Nov 22, 2024 2:10:21 PM
Het creëren van optimale omstandigheden voor gewassen is een uitdaging waar elke kweker mee te maken heeft. Planten hebben ook een sterk natuurlijk vermogen om zichzelf in balans te houden. Door deze natuurlijke processen te respecteren en te ondersteunen, kunnen planten niet alleen beter groeien, maar ook weerbaarder worden tegen stress en ziekten.
Er zijn drie essentiële balansen die hierin een belangrijke rol spelen: de energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans.
De energiebalans van een plant gaat over het evenwicht tussen de energie die een plant opneemt en die hij weer afgeeft. Drie factoren beïnvloeden deze balans: kortgolvige straling, langgolvige uitstraling en convectieve energie.
Kortgolvige straling, zoals zonlicht en aanvullende belichting, is een belangrijke energiebron. Wanneer een plant bijvoorbeeld te weinig water heeft, kan hij zijn bladstand aanpassen om minder licht op te nemen. Doordat de huismondjes sluiten, hoeft er minder energie te worden afgevoerd. Dit is een ingebouwde overlevingsstrategie.
Langgolvige uitstraling speelt zich af op afstand. Zo kan een plant warmte ontvangen van verwarmingsbuizen, maar ook zelf warmte afstaan aan een koud dek. Het laatste kan leiden tot energieverlies, wat de groei en gezondheid van de plant beïnvloedt.
Convectieve energie is de invloed van warme luchtstromen. Als de lucht warmer is dan de plant, neemt deze warmte op, wat het verdampingsproces ondersteunt. Tegelijkertijd voert luchtbeweging energie af door verdamping te stimuleren. Dit evenwicht tussen warmteopname en verdamping helpt een plant om zijn energiebalans te herstellen.
De energiebalans bepaalt uiteindelijk de verdampingssnelheid van de plant. Deze verdamping, essentieel voor temperatuurregulatie, kan alleen plaatsvinden als er een energieoverschot is. Door de opening van de huidmondjes aan te passen, reguleert de plant zelf de verdamping.
De waterbalans van een plant hangt af van de hoeveelheid water die hij opneemt via de wortels en afgeeft door verdamping. Het in stand houden van deze balans voorkomt waterstress en ondersteunt de groei van bloemen en vruchten.
Het is belangrijk dat de watergift goed is afgestemd op de wateropnamecapaciteit in de wortelzone. Dit moet weer in verhouding staan met de verdampingssnelheid. Planten hebben een buffer waarmee plotselinge veranderingen overbrugt kunnen worden; bijvoorbeeld als er tijdelijk te weinig water beschikbaar is.
Bij onvoldoende wateropname zullen de huidmondjes van de plant zich verder sluiten. Hierdoor stijgt de bladtemperatuur, wat leidt tot warmteafgifte via convectieve energie. Tegelijkertijd wordt de opname van CO2 beperkt, wat fotosynthese en groei vertraagt.
De assimilatenbalans gaat over de verhouding tussen de productie en het gebruik van assimilaten, zoals suikers die ontstaan tijdens fotosynthese. Assimilaten zijn de brandstof voor plantengroei.
Tijdens fotosynthese zet de plant onder invloed van licht, water en CO2 om in suikers en zuurstof. Dit proces wordt beïnvloed door factoren zoals licht, CO2-gehalte, luchtvochtigheid en temperatuur. Wanneer deze factoren in balans zijn, produceert de plant meer assimilaten, wat resulteert in betere groei en hogere kwaliteit.
De balans tussen energie, water en assimilaten is essentieel voor de gezondheid en groei van een plant. Door deze processen beter te begrijpen en te ondersteunen, kan een sterkere en weerbare teelt worden bereikt. De ErfGoedVloer zorgt met name in het voorjaar en de zomer voor een lagere temperatuur, hogere luchtvochtigheid en een gelijkmatiger klimaat, waardoor de plant minder stress ervaart, beter groeit en minder gevoelig is voor ziekten en plagen.