In het vakblad voor de Boomkwekerij van 8 juli jongstleden (nr. 14) stonden een paar lezenswaardige artikelen over de inzet van zogenaamde plantversterkers. Biologische middelen die ervoor moeten zorgen dat een plant weerbaarder wordt, waardoor de inzet van chemie teruggedrongen kan worden. Deze ontwikkeling wordt natuurlijk ingegeven door trends in de samenleving en het steeds smaller wordende middelenpakket dat kwekers tegenwoordig nog in mogen zetten.
Het viel mij op dat er nog weinig bekend is over plantversterkers en dat de meningen erover verdeeld zijn. Zo zijn er volgens het artikel van Ketura Haverman ‘meer dan honderd plantversterkende middelen op de markt, maar slechts een klein gedeelte hiervan is inmiddels getest op proeflocaties of in praktijknetwerken’.
Waar mijn oog meteen op viel, was het artikel over de ervaringen van kwekers, waarin boomkweker Piet Smits wordt geciteerd: “Je moet gewoon sterke planten kweken”. Smits blijkt wel gebruik te maken van bladmeststoffen, maar verder geen plantversterkende middelen in te zetten. Hij zegt: “Je moet zorgen dat planten het prettig hebben, dat ze niet nat staan en dat ze een gezonde groei hebben.”
Dat zou ik zelf gezegd kunnen hebben. In een eerdere blog schreef ik “Altijd ben ik op zoek naar manieren om het de plant zo veel mogelijk naar de zin te maken. Ik ben er namelijk van overtuigd dat als je dat voor elkaar krijgt, je al die gewasbeschermingsmiddelen (waarvan we er steeds minder mogen gebruiken) veel minder nodig hebt. Als je zorgt dat je planten het naar hun zin hebben, dan doet de natuur doorgaans de rest.”
De basis van een gezonde, vitale plant ligt natuurlijk in een gezond wortelstelsel. Daar is iedereen van overtuigd. Zit het onder de grond goed, dan zie je dat erboven terug. En dat is juist een van de eerste kenmerken die kwekers noemen als zij het hebben over de voordelen van het telen op onze vloer: een sterk ontwikkeld wortelgestel en daardoor een uitermate vitale plant. Het is zoals een kweker afgelopen weekend nog tegen mij zei: “Je ziet gewoon dat planten het op deze teeltvloer uitermate comfortabel hebben.”
En dat is niet zo verbazend. Bij de ontwikkeling van onze ErfGoedVloer laten we ons steeds weer leiden door de centrale vraag: Hoe creëren we de meest ideale teeltomstandigheden waardoor een plant het maximale comfort krijgt en zich optimaal kan ontwikkelen?
Als dat zo is, betekent dat dan ook dat planten die van onze teeltvloer afkomen, langer meegaan dan planten van een ander teeltsysteem? Wij – en met ons vele kwekers – zijn daarvan vanuit de praktijk inmiddels wel van overtuigd. Om dat ook aan te tonen, zijn we kortgeleden met enkele proeven van start gegaan. Over de uitkomsten daarvan houd ik u zeker op de hoogte.
En het weer van de afgelopen maanden dan? In het artikel van Haverman merkt Dinand van Wijk van Cultus Agro Advies terecht op dat we te maken hebben met buitenteelten, waar het klimaat een grote rol speelt. Ook boomkweker Piet Smits geeft aan dat hij dit jaar te maken had met extremen. “Dan blijft chemische correcties uiteindelijk noodzakelijk.”
Toch blijkt de poreuze teeltvloer van ErfGoed ook daar voor een flink deel de oplossing voor te geven. Afgelopen voorjaar bijvoorbeeld hebben wij in Frankrijk twee buitenvloeren opgeleverd. Beide kwekers kregen in juni te maken met extreme wateroverlast, maar gaven onlangs aan dit jaar – tot hun eigen verbazing – totaal geen uitval te hebben. Het is inderdaad, zoals Smits ook al zei: ‘zorg dat ze niet nat staan’.
Ik ben ervan overtuigd dat de oplossing voor het steeds smaller wordende middelenpakket inderdaad gevonden moet worden in de verhoging van de plantweerbaarheid. Of plantversterkers daar een doorslaggevende rol in gaan spelen, weet ik niet. Wel het teeltsysteem. Dat is met de ErfGoedVloer inmiddels overduidelijk bewezen.
Wilt u een keer kennismaken met de resultaten van het telen op onze vloer?
Of naar aanleiding van deze blog eens vrijblijvend met mij doorpraten, mail me dan gerust.