Het telen van een gezonde en weerbare plant kan telers helpen om forse duurzaamheidswinst te boeken. Volgens Kirsten Leiss, senior onderzoeker aan Wageningen University & Research, vergt dit echter een compleet andere teeltstrategie. Een preventieve aanpak staat centraal. Hierbij is het vooral zaak om resistente gewassen te selecteren, biologische gewasbeschermingsmiddelen en natuurlijke vijanden in te zetten én een goed microklimaat te creëren.
Het verdedigingsmechanisme van een plant is in sterke mate bepalend voor hoe weerbaar het gewas al dan niet is. “Een plant heeft een heel specifiek verdedigingsmechanisme”, zegt Leiss. “Hij kan zich bij een aanval van een ziekte of een plaag immers niet verplaatsen. Daarom worden andersoortige tactieken ingezet. Denk bijvoorbeeld aan het uitstoten van vluchtige stoffen, die een afleiding vormen voor de indringers en natuurlijke vijanden aantrekken. Daarnaast zijn er planten waarbij stekels, doorns, beharing of een dikke waslaag fungeren als verdediging tegen ziekten en plagen.”
Dit verdedigingsmechanisme van het gewas raakte in de afgelopen jaren naar de achtergrond, geeft de onderzoekster aan. “In de laatste decennia zijn telers het gewas volop gaan helpen in hun strijd tegen ziekten en plagen, door de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Hierdoor zijn we de verdedigingstactiek van de plant zelf uit het oog verloren.”
Nu de roep om een duurzamere teeltwijze steeds luider wordt, is het volgens Leiss zaak dat telers hun strategie aanpassen. “Ze moeten de switch maken van een reactieve naar een preventieve aanpak.”
Een dergelijke teeltstrategie kent drie bouwstenen: de selectie van resistente gewassen, de inzet van biologische gewasbeschermingsmiddelen en natuurlijke vijanden en het creëren van een goed microklimaat. “Telers moeten bij hun gewaskeuze niet alleen kijken naar de sierwaarde, maar ook planten met de juiste hormonen selecteren. Vooral de aanwezigheid van hormonen die afweerstoffen produceren - de zogeheten elisitoren - is van belang. Dan is het namelijk veel eenvoudiger om een goede en weerbare plant te telen.”
Ook de inzet van biologische gewasbeschermingsmiddelen en natuurlijke vijanden vormt een belangrijke bouwsteen van een preventieve teeltstrategie. “Tot slot is een goed microklimaat van groot belang. Dit realiseer je bijvoorbeeld door de juiste belichting en door het creëren van een optimaal klimaat. De crux is om te komen tot een klimaat dat ideaal is voor planten, maar niet fijn voor ziektes. Dit is niet eenvoudig; alles moet tot op detailniveau kloppen.”
Leiss heeft op dit vlak ook nog een waarschuwing voor telers. “Er zijn veel soorten biostimulanten op de markt. De werking en de resultaten hiervan verschillen sterk. Dit komt vooral doordat nog weinig onderzoek is gedaan. Hier ligt nog een taak voor de wetenschap: deze moet telers handvatten bieden om biostimulanten op de juiste manier te gebruiken. Zo zou het mooi zijn als men kon aangeven dat een bepaalde biostimulant bijvoorbeeld vooral werkt bij de teelt van warme jonge groenteplanten in een niet te natte kas.”
Een preventieve benadering en een weerbaardere plant kan veel duurzaamheidswinst opleveren. De plantkwaliteit verbetert en de uitval vermindert. Als gevolg hiervan daalt het gemiddelde energieverbruik per plant. Ook kan het energiebalans precies worden afgestemd op de plantbehoefte. Op die manier kan een verdere besparing op energievlak worden gerealiseerd. Daarnaast zijn biologische gewasbeschermingsmiddelen logischerwijs beter voor het klimaat dan chemische middelen.
De onderzoekster ziet dat telers worstelen met de nieuwe aanpak en de andere houding die deze vergt. “Telers kunnen niet meer afwachten en moeten beter nadenken over de acties die ze uitvoeren. En je hebt te maken met levende planten, ziektes en het beschikbare aanbod van gewasbeschermingsmiddelen. Met behulp deze ingrediënten moet je een goede teeltstrategie zien neer te zetten. Dat vergt veel kennis. Ook samenwerken en kennisdeling zijn hierbij cruciaal.”
Leiss adviseert telers om de benodigde ommezwaai stap voor stap te maken. “Kijk eerst naar de situatie zoals die nu is. Bepaal vervolgens bij welke gewassen je als eerste aan de slag wilt gaan met een nieuwe teeltstrategie. En optimaliseer deze strategie vervolgens stapsgewijs. Ook monitoren is cruciaal: je moet continu in de gaten houden hoe de strategie uitpakt en wat het effect is op de weerbaarheid van de plant. En niet onbelangrijk: ga het gesprek aan met onderzoekers, zoals ik. Wij helpen telers graag verder. En geef vooral ook tijdig aan als je zaken uitgezocht wilt hebben. Goed onderzoek vergt namelijk tijd.”
Tot slot heeft de onderzoekster nog een boodschap voor Nederlandse telers. “Als Nederlandse tuinbouw lopen we al jaren voorop. Die rol moeten we ook innemen als het gaat om duurzaam en weerbaar telen. Enerzijds om onze koppositie te behouden, maar ook om het rendement van bedrijven op lange termijn op peil te houden.”
Leiss ziet hierin ook een rol voor toeleveranciers. “Zij moeten met telers meedenken en nadenken over de impact van hun innovaties op de plantgezondheid. Aan hen de oproep om zich hiervan bewust te zijn.”
Kirsten Leiss geeft aan dat een goed microklimaat van groot belang is om te komen tot een sterke en weerbare plant. Dit klimaat wordt echter niet alleen bepaald in het bovenste deel van de kas; ook de vloer kan hierin een rol spelen. ErfGoed kan u wat dit betreft op weg helpen. Lees bijvoorbeeld het blog dat we onlangs schreven over dit onderwerp.
Aan de slag met een duurzame teeltstrategie? Download het stappenplan met 9 stappen om verantwoord te telen.