5 Uitdagingen + oplossingen met duurzaam telen

5 Uitdagingen + oplossingen met duurzaam telen

5 Uitdagingen + oplossingen met duurzaam telen

Jan 11, 2022 1:29:18 PM

Hoe groot de belangen ook zijn om duurzaam te telen, niet alle kwekers zullen direct overstag gaan. Dat is ook begrijpelijk, want het vraagt nogal wat van uw organisatie. Maar hoe denkt u erover als u de consequenties en kansen ziet op lange termijn? Hieronder zetten we een aantal uitdagingen voor verduurzaming op een rij die we in de praktijk tegenkomen en geven we mogelijke oplossingen. Dit doen we door mensen uit de praktijk aan het woord te laten.

Niet geïnteresseerd in de uitdagingen, maar vooral in de oplossingen en kansen? Download dan direct de whitepaper over de kansen van duurzaam telen voor de sierteelt. 

Download de Whitepaper

1. Veranderingen zorgen voor onrust in de organisatie

Duurzaam telen heeft op veel plekken binnen de organisatie gevolgen. Een teeltmanager zal bijvoorbeeld zijn strategie moeten aanpassen. Daarnaast maakt het
hergebruiken van afval het proces nog complexer. Als ondernemer wilt u graag rust in de organisatie. “Verandering vereist durf. En verandering vereist een houding waarin kwekers fouten durven te maken. Veranderingen gaan zelden zonder slag of stoot” geeft teeltadviseur Jan Mulder aan.

En Elise vult aan: ‘Verandering is lastig, probeer de stappen te verkleinen zodat mensen mee kunnen zonder er van wakker te liggen. Van de kelder naar de zolder
gaat ook in etages!”

2. Duurzaam telen geeft extra uitdaging

Duurzaam telen betekent onder andere dat waar mogelijk chemische gewasbeschermingsmiddelen ingewisseld worden voor biologische gewasbeschermingsmiddelen. Iedere kweker weet dat dit een andere teeltstrategie met zich meebrengt. Achteraf kan uw teeltmanager weinig meer veranderen aan de teelt. En dat brengt extra uitdaging met zich mee.

“Van een reactieve teeltstrategie gaat u naar een proactieve teeltstrategie. Dit vereist een andere manier van werken. U zult als kweker de plant veel beter moeten monitoren om op tijd te kunnen schakelen,” zegt Peter Klapwijk.

Kirsten Leiss, Senior Onderzoeker Gewasgezondheid, ziet hetzelfde in de sector: “Veel kwekers vinden het makkelijk om reactief te werken: er komt een ziekte en die wordt vervolgens verdreven met chemische middelen. Dit is niet goed voor het milieu, planten worden steeds resistenter tegen deze middelen en steeds meer middelen worden verboden. Door proactief aan de slag te gaan, ontstaan er veel mogelijkheden. De kwaliteit van de plant wordt vele malen beter, waardoor de kans op een ziekte veel kleiner is.”

Leiss ziet dat kwekers er mee worstelen. “Uiteindelijk gaat het niet vanzelf. Er is veel kennis voor nodig om deze teeltstrategie toe te passen. Daarnaast moeten planten veel beter in de gaten gehouden worden. Maar het resultaat wordt wel veel beter.” Kwekers zullen het teeltproces nog beter moeten gaan monitoren, onder andere door datagedreven telen. Bedenk dat dit ook kansen oplevert: minder uitval, een betere plant en dus meer rendement! Elise Wieringa: “Datagedreven telen moet wel in combinatie met praktijkervaring. Een IT’er snapt de cijfers en een teeltman de praktijk. Beide ervaringen zijn nodig, want algoritmes moeten kloppen.”

Circulair telen

3. Circulair telen vraagt extra aandacht

Het hergebruiken van grondstoffen (zoals meststoffen en water) in de kas brengt ook risico’s met zich mee. Kwekers van jonge groenteplanten zijn daar bijvoorbeeld huiverig voor. En terecht! U wilt ziektes voorkomen en al helemaal als u met biologische gewasbeschermingsmiddelen gaat werken.

Gelukkig blijkt dat dit mogelijk is door de vloer in de kas goed te behandelen. Hierover heeft Cock van Bommel, business development manager bij ErfGoed, een specifiek hygiëneprotocol geschreven voor de ErfGoedVloer.

4. Duurzaamheid vraagt te veel tijd, of valt het mee? 

U komt waarschijnlijk nu al tijd te kort. Waarom zou u ook nog extra tijd steken in duurzaam telen? Zolang er geen gevoel van urgentie is, blijft duurzaamheid een bijzaak. Peter Klapwijk denkt dat die urgentie er zeker is: “U moet duurzaam kweken, anders gaat het u uw bedrijf kosten.”

In een interview geeft hij aan dat de markt verandert en dat consumenten kritischer worden. Daarnaast komt er ook steeds meer regelgeving. Veranderen is daarom noodzakelijk en het brengt ook veel kansen met zich mee. Ook banken letten steeds kritischer op duurzaamheid. Zo weegt Rabobank dat mee in het verlenen van krediet, zie pagina 6 uit dit rapport.

Teeltmanager Rens van Antwerpen ziet de urgentie: “Met duurzaam telen gaan we niet direct extra geld ophalen. Maar we moeten veranderen, anders willen consumenten onze producten niet meer kopen. Om die reden heeft Optiflor ook stappen ondernomen, zoals het plaatsen van zonnepanelen, een goede isolatie in de kas en gebruik van biologische gewasbestrijdingsmiddelen.”

Een oplossing om meer uren uit een dag te halen hebben we niet. Maar we kunnen als kwekers onze prioriteiten anders stellen. Duurzaam telen moet hoger op de agenda komen. Uiteindelijk willen we allemaal de continuïteit van onze geweldige kwekerijen waarborgen.

Duurzaam telen kost te veel geld

5. Duurzaam telen kost te veel geld, of toch niet?

Veel kwekers (en ook ondernemers in andere sectoren) denken nog in zo min mogelijk kosten maken. Dat is natuurlijk verstandig voor een ondernemer, maar er is ook een andere invalshoek. De ING heeft hierover een artikel geschreven. Een quote uit het artikel: “De huidige economie is nog erg lineair. Veel bedrijven willen nog altijd zo goedkoop mogelijk grondstoffen inkopen en zoveel mogelijk producten verkopen, zonder goed na te denken over hun afvalstroom en hergebruik. In de bouw valt bijvoorbeeld nog veel winst te halen, circulair bouwen is nog een ondergeschoven kindje. Een goede ontwikkeling is het Madaster, een soort paspoort waarin alle herbruikbare bouwmaterialen van een constructie staan.”

Dit zou zomaar over de tuinbouw kunnen gaan. Nu moeten we niet iedereen over één kam scheren, maar hoe goed heeft u al nagedacht over uw afvalstromen en het hergebruik daarvan? Peter Klapwijk herkent dit: “Kwekers investeren vaak kostengedreven in plaats van marktgedreven. Wat mij betreft moet daar echt verandering in komen. Wanneer er marktgedreven geïnvesteerd wordt, blijkt duurzaamheid ineens een kans te zijn. Duurzaamheid kan dan misschien wel de naam hebben dat het geld kost.
Maar vaak levert een duurzame teelt meer rendement op.”

Als je vanuit de marktbenadering die Peter Klapwijk schetst naar deze uitdaging kijkt, dan is het toch de moeite waard om er geld en tijd in te steken. In het hoofdstuk over kansen staan de besparingen en opbrengsten voor kwekers verder uitgewerkt. Ook de Director Domestic Production bij Florensis vindt dat er naar de markt gekeken moet worden. Adriaan Vonk: “De markt wordt steeds kritischer. De gevolgen vallen tot nu toe mee, maar dat kan in één keer omslaan. En daarom moet je er nu al tijd en budget voor vrijmaken. Het kost leergeld, maar het gaat wel om het bestaan van het bedrijf op de lange termijn. Daarnaast denken we dat het ons bij Florensis op lange termijn groei gaat opleveren.”

Soms is het geld gewoon niet aanwezig en stellen kwekers dit soort investeringen uit. Gelukkig zijn er andere manieren om toch aan de financiële middelen te komen. Bedrijven die in duurzaamheid investeren komen in aanmerking voor speciale leningen (zie website Rabobank). Daarnaast zijn er zijn subsidies en fiscale regelingen om de kosten te dekken. Wilt u daar meer over weten? Neem dan contact op met uw accountant.

Whitepaper: de kansen van duurzaam telen in de sierteelt

Deze blog gaat vooral over de uitdagingen. Herkenbaar of bent u al een aantal stappen verder? Download ons whitepaper over de kansen van duurzaam telen. Heeft u ze al benut? Mis ze niet! 

Download de Whitepaper

 

 

ErfGoed

TERUG NAAR OVERZICHT